Kleuterturnen 3-6 jaar
Het kleuterturnen brengt motoriek met behulp van materialen (pittezakjes, hoepels, touwen, parachute) samen met basisoefeningen toestelturnen: op de mat tuimelen, op de brug klauteren, op de lage balk stappen en op een springpplank springen. Bewegen op muziek komt ook aan bod.
Turnen 6-8 jaar
Na het kleuterturnen leren de kinderen de toestellen kennen van artistieke gymnastiek op recreatief niveau: lange mat, balk, ongelijke leggers (barren), sprong. Voor de jongens: lange mat, gelijke leggers (barren), ringen en sprong.
Voor de meisjes:
Mat: Hier wordt hun tuimelen, handenstand en radslag aangeleerd
Balk: Ze leren evenwicht aan en hun angsten van hoogte te overwinnen door te stappen, springen en tuimelen op een balk
Ongelijke leggers (Barren): De meisjes kweken hier evenwicht en kracht aan. Door middel van spanning en armspieren leren de meisjes draaien en zwaaien aan een bar.
Sprong: De meisjes leren hard lopen en correct springen op de pegasus.
Voor de jongens:
Mat: Hier wordt hun tuimelen, handenstand en radslag aangeleerd
Gelijke leggers (Barren): De jongens leren door middel van evenwicht, spanning en kracht zich te verplaatsen, te zwaaien en te tuimelen op de twee barren.
Sprong: De jongens leren hard lopen en correct springen op de pegasus.
Rek: De jongens leren door middel van evenwicht, spanning en kracht te zwaaien en te draaien rond de bar.
Turnen 9-12 jaar
Kinderen van 9 tot 12 jaar leren de toestellen kennen van artistieke gymnastiek op recreatief niveau.
Voor de meisjes:
Mat: Hier wordt hun tuimelen, handenstand, radslag en rondat aangeleerd. Een stapje hoger leren ze flik.
Balk: Ze leren evenwicht aan en hun angsten van hoogte te overwinnen door te stappen, springen en tuimelen op een balk. Een stapje hoger leren ze handenstand en radslag op de balk en overslag eraf.
Ongelijke leggers (Barren): De meisjes kweken hier evenwicht en kracht aan. Door middel van spanning en armspieren leren de meisjes draaien en zwaaien aan een bar.
Sprong: De meisjes leren hard lopen en correct springen op de pegasus.
Voor de jongens:
Mat: Hier wordt hun tuimelen, handenstand en radslag aangeleerd. Een stapje hoger leren ze rondat.
Gelijke leggers (Barren): De jongens leren door middel van evenwicht, spanning en kracht zich te verplaatsen, te zwaaien en te tuimelen op de twee barren.
Barren
Sprong: De jongens leren hard lopen en correct springen op de pegasus.
Rek: De jongens leren door middel van evenwicht, spanning en kracht te zwaaien en te draaien rond de bar.
Turnen +12 jaar
Kinderen vanaf 12 jaar leren de kunsten van artistieke gymnastiek aan op recreatief niveau.
Voor de meisjes:
Mat: Hier wordt hun handenstand, radslag, rondat, flik, minikelly en overslag aangeleerd. Een stapje hoger leren ze salto’s en meerdere flikken aan.
Balk: Ze leren springen, tuimelen, een handenstand en radslag uit te voeren op een balk. Een stapje hoger leren ze opsprong handenstand, achterwaartse lenigheid erop en salto eraf.
Ongelijke leggers (Barren): De meisjes kweken hier evenwicht en kracht aan. Door middel van spanning en armspieren leren de meisjes draaien en zwaaien aan een bar.
Sprong: De meisjes leren hard lopen en correct springen op de pegasus. Een stapje hoger is over de pagasus springen of handenstand over.
Voor de jongens:
Mat: Hier wordt handenstand, radslag en rondat aangeleerd. Een stapje hoger leren ze flik.
Gelijke leggers (Barren): De jongens leren door middel van evenwicht, spanning en kracht zich te verplaatsen, te zwaaien, te tuimelen en een handenstand uit te voeren op de twee barren.
Sprong: De jongens leren correct springen op en over de pegasus.
Rek: De jongens leren door middel van evenwicht, spanning en kracht te zwaaien en te draaien rond de bar.
Demoploeg
Deze groep bestaat uit geselecteerde turners (vanaf 8 jaar mogelijk, op vraag van de trainers). Deze
ploeg neemt deel aan recrea wedstrijden van minitrampoline, dubbele trampoline, tumbling en
airtrack.
Dubbele trampoline